Overmaat

Het antwoord op kleinere budgetten is kleinere gebouwen. Tiny houses, éénpersoonswoningen, flexibele tijdelijke woningen zijn een logisch gevolg van een verschuivende markt. Minder budget, minder m2. Alleen, is dat wel zo?

In de negentiger jaren was Henk Teeken, één van mijn architect-directeuren, bezig met woningbouw, een terrasflat in Castricum. Omdat ik me verbaasde over de grootte van sommige woningen leerde hij mij het basisprincipe: als je een efficiënte constructie hebt tellen de m2 niet meer zo zwaar mee. Ga dan niet voor een kleiner woningtype de constructie aanpassen maar zet de standaard maat over het hele plan door. Structuralisme revisited?

Lacaton en Vassal breiden woningen uit met wintertuinen of serres zodat er op goedkope wijze m2’s worden toegevoegd. Die m2’s voldoen niet aan alle eisen maar bieden de bewoners wel meer leefruimte.

Alejandro Aravena bouwt ‘halve huizen’ zodat de bewoners binnen de gerealiseerde constructie of in de ruimte tussen de woningen eenvoudig zelf kunnen uitbreiden.

Ontwerp een genereuze constructie die uit standaard elementen is opgebouwd, die demontabel en flexibel genoeg is om uitbreiding toe te staan. The Cellophane house (Kieran Timberlake) is voor mij al jaren richtinggevend. Als daar een low-cost variant op wordt ontwikkeld ben je een grote stap verder. In Milaan zag ik een Japans bouwsysteem (Suteki) dat bestond uit standaard houten balken die met slimme stalen koppelingen aan elkaar werden bevestigd. Shigeru Ban maakt constructies van gerecycled karton, min of meer uitgaande van eenzelfde principe.

Maak de kern van je woning zo klein mogelijk (op de minimum eis) maar wel zo dat je er aan alle kanten op kunt aanhaken.

In de seventies was functiescheiding een hot item.  De constructie kan dan een aparte regenjas zijn (Frei Otto) met optimaal geïsoleerde doosjes eronder?